Je krijgt wat je geeft

Ingrid Wong

“Ik ben opgegroeid in het Gooi, mijn opa en oma woonden in Zeist dus als we op bezoek gingen dan reden we hier altijd langs over de Dolderseweg. Ik kan me wel heugen dat mensen zeiden: als je niet uitkijkt dan kom je nog in Den Dolder. Dat was het gekkenhuis. Toen mijn partner en ik in 2004 gingen samenwonen was het mijn huurhuis daar of zijn koopwoning met een prachtige diepe tuin hier. Die keus was snel gemaakt. En langzamerhand ben ik erg verknocht geraakt aan dit dorp.
 
Ik heb Den Dolder op twee manieren leren kennen. Eerst omdat ik in 2010 in de gemeenteraad kwam. Ik wilde meer wortels met mijn eigen woonplek hebben. Maar ik heb het met terugwerkende kracht leren kennen nadat ik in 2005 vrijwilligerswerk ben gaan doen als gezelschap voor een oudere mevrouw. Mevrouw Spitse was vijf jaar lang op de Willem Arntsz Hoeve in opleiding tot verpleegkundige in de krankzinnigenzorg. Zo heette dat toen nog officieel. Haar verhalen over hoe het was eind jaren 40 begin jaren 50! Het was een organisatie waar wij ons nu niets meer bij voor kunnen stellen. Door haar ging er een heel andere wereld open. Je wandelt er misschien een keer in het bos en dan loop je langs de gebouwen, maar je mist dan de prachtige verhalen van de mensen die er woonden. Dat heeft zij mij heel erg gegeven. En het is toch een heel essentieel onderdeel van Den Dolder denk ik, nog steeds.
 
Ik kan me ook echt heel boos maken over mensen die vinden dat alles dan maar weg moet hier. Alsof je alles maar kan wegduwen en alle risico’s uit de samenleving kan halen. De dood van Anne Faber is een hele zwarte uitschieter. Dat mag je niet direct koppelen aan Den Dolder en aan de Hoeve. Ik wandel daar, ik fiets erdoorheen … De kans is veel groter dat ik onder een auto kom, dan dat ik een keer iemand tegenkom die dan ook nog eens mij zou moeten hebben. Maar ik moet wel eerlijk zeggen dat ik het eerste jaar, anderhalf jaar, met mijn telefoon in mijn jaszak en mijn vingers op de noodknop heb gelopen.
 
Ik denk ook dat we allemaal met de juiste, of liever foute, omstandigheden van het hellinkje af kunnen rollen en geestelijk ziek worden zoals je ook lichamelijk ziek kunt worden. De een kan zichzelf dan als een baron Von Münchausen uit het moeras trekken, maar een hoop mensen kunnen dat niet. En het is ook wel eens goed om dat te zien. Dat wil niet zeggen dat het altijd even makkelijk is om met mensen van ‘die kant’ van het dorp om te gaan, maar ik denk dat je hetzelfde kunt zeggen van mensen van ‘deze kant’. Als we allemaal hetzelfde zouden zijn zou het een hele saaie bedoening worden.
 
Weet je wat het is: onbekend is ook vaak onbemind. We wilden hier voor de Werkwinkel een bankje om de boom en de eerste reactie was: dat geeft vast overlast. Het bankje staat er nu anderhalve maand en wat denk je? Niets! Mensen voelen zich onveilig omdat iemand op een bankje zit met of zonder blikje bier. Er is niets en toch voelen ze zich onveilig. Ik vind dat heel tekenend voor deze tijd. Ik loop regelmatig met de hond vanaf het parkeerterrein van de NS het bos in en zeg altijd iedereen goeiedag en krijg eigenlijk altijd goeiedag terug. Dan komt er iemand in een trainingsbroek en op sloffen met een plastic tasje je tegemoet en dan weet je waar die vandaan komt. Maar als je gewoon goeiemorgen zegt krijg je dat ook terug. Soms kijken ze nog verrast, zo van: dat je dat doet! Je krijgt wat je geeft.
 
Als ik mezelf zo hoor praten denk ik dat ik van mevrouw Spitse vooral geleerd heb dat je altijd moet uitgaan van het respect voor anderen. Haar verhalen waren allemaal doorspekt met respect voor de patiënt. Zij oordeelde ook niet. Ze vond ongetwijfeld wat, maar zei nooit lelijke dingen.”

Meer verhalen uit Den Dolder

Je kunt geen content van deze pagina downloaden