Categorieën
Uncategorized

Een brug om bij elkaar te komen

Een brug om bij elkaar te komen

Amber

“Ik kwam door puur toeval in Den Dolder terecht. Ik solliciteerde bij Altrecht Flex en ze zeiden: ‘We hebben wel wat in Den Dolder.’ Ik was nog aan het afstuderen en was bezig met mijn afstudeeronderzoek in de ggz, maar had nog geen ervaring in de forensische zorg en zei: dat is goed. Mijn eerste dag was een vroege dienst, dat weet ik nog heel goed. Half acht beginnen op een plek die je nog helemaal niet kent, maar waarvan mensen wel zeiden: ‘Oh, ga je in Den Dolder werken? Daar wonen toch alleen maar gekken?’ Ik heb nog steeds dezelfde zin in mijn werk als op mijn eerste dag. Het is voor mij ook thuis. Het is niet alleen Den Dolder als dorp, maar ook de afdeling, het gebouw, de collega’s. Als ik aankom en bij de brandweer afsla vind ik de hei ook heel mooi, vooral als de schapen er staan.

Als ik nu terugdenk aan toen is het heel snel gegaan en is er veel veranderd. Eigenlijk wil ik het niet hebben over drie jaar geleden. Ik wil er een beetje vanaf, we zijn veel meer dan ‘de kliniek van …’. Want zo werden we alleen nog maar genoemd. Het is natuurlijk verschrikkelijk wat er is gebeurd, maar je hebt het óók over mijn werk waar ik gewoon elke dag met plezier naartoe rijd dat zwart werd gemaakt. Onze patiënten werden ook tekortgedaan, want we hebben ook andere patiënten die we goede zorg willen geven. Dat is waar mijn werk om gaat. Ik doe dat samen met mijn collega’s voor hen, niet omdat er één iemand is die dat verpest. De media zijn er bovenop gedoken en hebben een eigen verhaal gemaakt van onze kliniek. Dat is écht niet leuk!

Als je zegt ‘het dorp’, dan klinkt dat als een tweedeling, terwijl het een geheel is. De patiënten zijn ook gewoon inwoners van Den Dolder, maar dan in een kliniek. Het zou mooi zijn als niet alleen wij naar het dorp gaan om iets te drinken of boodschappen te doen, maar dat mensen ook bij ons komen om bloemen te halen bij de bloementuin of even koffie te drinken of een broodje te eten in de Wissel, waar mijn patiënten werken. Kijk, ik werk natuurlijk met een pieper en als ik in het dorp ben probeer ik die te verstoppen. Ik heb wel gehad dat mensen gaan kijken. Dan doe ik hem onder mijn trui of jas, want ik vind het voor mijn patiënten niet leuk dat mensen kunnen zien: zij werkt daar en die ander is een patiënt.

Ik denk dat die tweedeling vooral komt door het bekende bruggetje, terwijl ik dat ook heel leuk vind. Het is het einde van het terrein, waarbij patiënten daarna het dorp in gaan en onder de mensen komen. Je bent daar echt op de helft, maar omdat de weg er ook tussen zit voelt het zo ver weg. We moeten die brug denk ik niet alleen gebruiken om over te lopen, maar ook voor de verbinding. Als je allebei aan een kant van de brug gaat staan, sta je tegenover elkaar, maar je hebt die brug ook nodig om bij elkaar te komen.

Net als met dat plan voor een hek. Aan de ene kant begrijp ik het wel, maar aan de andere kant ook weer niet. Hier verblijven patiënten, maar het zijn ook maar mensen die deel uitmaken van de maatschappij. Mensen die dingen hebben meegemaakt en keuzes hebben gemaakt waardoor ze hier terecht komen. Die moeten ook weer terug in de maatschappij en dan wil je ze opnieuw gaan afzonderen? Als mijn leven anders was gelopen was ik hier misschien ook wel terecht gekomen en je weet nooit wat het leven je nog brengt. Soms gaan dingen niet zoals je wil, maar als je weet dat je met elkaar bent kun je er samen iets moois van maken. Dat is ook wel wat ik elke dag probeer te doen, zowel in mijn werk als privé. We zijn op elkaar aangewezen.”

Meer verhalen uit Den Dolder

Categorieën
Uncategorized

Den Dolder hoort bij mij

Den Dolder hoort bij mij

Marjan Bakker-van Kooij

“Den Dolder hoort bij mij. Ik ben er geboren en heb er een fantastische jeugd gehad. Ik ben de oudste van vier: drie meisje en toen kregen mijn ouders toch nog een jongen. Op mijn achttiende ben ik getrouwd en uit Den Dolder vertrokken en teruggekomen toen we in 2009 de winkel startten. Ik vond het bijzonder dat er zoveel mensen kwamen kijken. Ook om te horen hoe het met mij was omdat ik een Van Kooij ben. Zo zijn we ook op de naam Roots gekomen, want het is precies de plek waar ik geboren ben.

Mijn grootvader begon in 1922 het bedrijf met fietsen en motorfietsen en later ook automobielen. Aan hem heb ik veel herinneringen. We hadden een band samen, een klik. Ik was zeven toen hij overleed en heel het dorp was toen in diepe rouw, want veel mensen uit het dorp werkten bij hem. Er zijn nog een paar mensen die weten dat hij, toen de oorlog afgelopen was, een bevrijdingsfeest heeft gegeven voor het hele dorp. Twee dagen lang. Dat zou ik ook doen.

De rust maakte het hier zo fijn opgroeien. Je wist waar je aan toe was, maar er is wel veel gebeurd de laatste paar jaar. Ik hoorde wel eens van mensen om me heen ‘dat je dat wil’ of ‘dat je dat kan’, maar ik heb nooit opgegeven. Een andere plek zoeken voor de winkel buiten Den Dolder? Nee, dat wilde ik niet. Wij zijn opgegroeid met de omgang met psychiatrische patiënten, dat vonden we heel normaal. Ik werd vroeger ook altijd boos als iemand iets zei over Den Dolder. Ik ging daar wel tegenin. Het waren niet alleen maar gekkies, het waren mensen die bescherming nodig hadden. Toen we hier met de winkel startten merkte ik wel verandering. Het is een ander soort cliënten geworden. Nu is het weer rustiger. De steun van de buurtcoaches heeft daar heel erg bij geholpen. Ik heb echt bewondering voor die mannen. Ze zijn terecht betrokken en voelen wat er speelt.

Nu heeft Den Dolder toch een andere betekenis dan toen ik jong was. Het is het dorp waar we ons werk hebben, onze klanten ontmoeten. Het is niet meer zo thuis als toen, maar ik vind ook dat we een enorm sociale functie hebben. Ik heb wel eens dat ik zeg tegen iemand ‘hoe gaat het met u?’ en dan denk ‘wat vraag ik nou?’. Dan hoor ik leuke verhalen, maar ook trieste. Heel persoonlijk, dat ik denk: dat je dat aan mij vertelt! Hoeveel mensen er niet binnenkomen met een lege tas onder hun arm … Dan willen ze eerst iets leuks doen, iets warms voelen. En dan gaan ze pas boodschappen doen. Het liefste zette ik een tafeltje neer met een koffiezetapparaat, waar mensen even gezellig kunnen zitten. Den Dolder is vertrouwd. Het betekent toch wel wat als je hier bent opgegroeid en zo voelt het nog steeds.”

Meer verhalen uit Den Dolder

Categorieën
Uncategorized

Met plezier naar Den Dolder

Met plezier naar Den Dolder

Arjan Herstel

“Den Dolder was tussen 1995 en 2007 mijn werkplek en sinds 2018 werk ik hier opnieuw. Ik woon hier niet, maar kom altijd met plezier hiernaartoe. Ik denk dat ik een jaar of acht was toen ik een muziekinstrument wilde leren spelen en op muziekles ging. Dat ik muziektherapeut werd was eigenlijk toeval. Ik ontmoette iemand die muziektherapeut was. In eerste instantie dacht ik: het moet niet gekker worden. Maar nadat ik een open dag van de opleiding bezocht ben ik het gewoon gaan doen.

Toen ik net van de opleiding af was, was op de Willem Arntsz Hoeve nog een centrum waar patiënten spelletjes konden doen. Daar ben ik begonnen. Het oude Theehuis was een soort open kantine met een mooi rieten dak en veel glas. Inmiddels is het helemaal vervallen. Op een gegeven moment ontstond er op Dennendal een musicalproject. Ik kende de muziektherapeut daar en die zei: dat is wel wat voor jou. Het was leuk omdat je samen met bewoners en mensen uit het dorp een orkestje ging formeren. Ik schreef de muziek aan de hand van wat mensen konden en paste de compositie aan op wie ik voor me had. Het verliep eigenlijk heel natuurlijk. Op het moment dat dat project bijna afliep kreeg ik een baan bij Wier en deed ik soms boodschappen in het dorp, of ging er met collega’s wat drinken. Er was toen nog een kroeg, schuin tegenover de Egelantier maar die is nu ook weg.

Dat ik weer terug ben in de psychiatrie bevalt me goed, maar toen ik hier in 2018 kwam was het allesbehalve rustig. Ongeveer om de week ging er wel iemand met ontslag om ergens anders te gaan werken. Van de mensen die hier werkten ten tijde van de moord op Anne Faber is voor mijn gevoel zo’n 80% vertrokken. Het heeft een hele grote, diepe wond achtergelaten, ook bij het personeel. Er zijn er nog maar een paar die het hebben meegemaakt. In de manier van werken is ook veel veranderd en er verandert nog steeds veel. Toen ik nog op Wier werkte ging ik nog wel eens naar de slager, of naar de Albert Heijn. Maar nu had ik het gevoel dat iedereen dacht ‘daar moet ik maar even niet komen’. Ik denk dat iedereen het dorp meed. Ik had daar zelf niet zoveel last van. Plus als ik thuiskom heb ik een gezin om voor te zorgen en heb ik andere dingen aan mijn hoofd. Maar je wilt als instelling dit natuurlijk niet nog een keer meemaken.

Samen met de dramatherapeut begeleid ik de toneelgroep en dan komen patiënten ook wel eens met voorbeelden uit het dorp. Dan bespreek je dat. De meesten die hier zitten zien het als een kans om verder te komen, niet allemaal, maar de meesten grijpen dit echt wel aan. Toen ik net terugkwam waren patiënten ook erg boos en voelden zich verraden door de dader. De patiënten die wel hun best deden werden er ineens ook op aangekeken. Nog eens een musical met het dorp maken? Ik zou het wel heel leuk vinden. Ik weet ook niet of patiënten het zelf zouden willen, maar ik ben altijd wel in voor dit soort projecten. Zo’n uitdaging zou ik niet uit de weg gaan.”

Meer verhalen uit Den Dolder

Categorieën
Uncategorized

Ik woon in de geschiedenis van het dorp

Ik woon in de geschiedenis van het dorp

Petra Koek

“Den Dolder is de plek waar ik al dertig jaar gelukkig ben met mijn man. Onze dochters zijn er geboren. Ik heb hier nooit gewerkt, maar ik roep al jaren dat als straks de kinderen het huis uit zijn we overal kunnen wonen. Dan kijken we elkaar aan met een blik van ‘misschien ook wel niet’. Het is echt mijn thuis geworden. Ik woon in de geschiedenis van Den Dolder, in een oude dienstwoning van de Willem Arntsz Hoeve. Misschien dat dat mij ook wel triggerde om bij de Historische Vereniging te gaan.

Ik ben erg gericht op mensen en die hebben natuurlijk allemaal een verhaal. Het sociale spreekt mij aan. Ik denk ook dat mensen pas goed gezien worden, en onbevooroordeeld bekeken en gewaardeerd kunnen worden als je het verhaal achter de mens kent. Als ik op straat iemand zie lopen kan ik ook denken: wat een zwerver. En tegelijkertijd denk ik ‘Koek, ophouden’. Het gaat niet om de buitenkant, het gaat om ‘wie ben jij’? Ik praat altijd met iedereen en dan zit er iemand op de bank bij de boom in het dorp en op het moment dat je iemand dan écht ziet, dan interesseert het uiterlijk je ook niet meer. Je hebt een verhaal, dat is het. Wat dat met mij doet is dat ik op dat moment totaal gelukkig ben over het contact dat ik heb.

Je moet het ook willen hè? Het is niet alleen nieuwsgierigheid. Het is ook de vraag hoe het écht me je is en hoe komt dat dan en wat is je droom? Dat zijn de vragen die je moet stellen. Er is veel veranderd hier. Als je het hebt over het sikkeneur naar wat er de afgelopen jaren op de Hoeve is gebeurd, dan is het dat zonder dat wij daarin gekend zijn de bevolking is veranderd. Het waren hele onschuldige patiënten en we wisten wel dat de besten naar de wijken zouden moeten. Dat las je ook in de krant. Maar dat er een meer gesloten inrichting voor in de plaats kwam wisten wij pas veel later. En ik begrijp best dat dat lastig is, maar het zijn gemiste kansen. Het is ook mij zien als mens en ergens energie in steken.

Mijn grootste droom voor het dorp is het directiegebouw als historisch informatiepunt, met daarbij een vaste plek voor de Historische Vereniging om te kunnen laten zien wat de geschiedenis is van Den Dolder, maar ook van de Hoeve en de psychiatrie. Waar je fietsen kunt huren en koffie kunt drinken die wordt geserveerd door patiënten: dat zou fantastisch zijn. Ik geloof er niet in dat alles moet blijven zoals het is.”

Meer verhalen uit Den Dolder

Categorieën
Uncategorized

Vertel jij het volgende verhaal?

Vertel jij het volgende verhaal?

Neem dan snel contact op. Dan komen we ook bij jou langs!

Meedoen kost ongeveer twee tot drie uur van je tijd. Het interview wordt afgenomen door schrijfster Dees Wilgehof-Sodaar. De foto’s worden gemaakt door fotograaf Mel Boas. Voor publicatie krijg je altijd eerst het verhaal te lezen en de foto’s te zien. Want het is en blijft jouw verhaal en daar gaan we zorgvuldig mee om.

Door mee te doen ga je akkoord met publicatie op onze website, op sociale media en eventueel in het boek Mensen van Den Dolder.

Natuurlijk mag je het verhaal en de foto’s ook voor eigen online publicatie gebruiken, maar wel met naamsvermelding van schrijfster en fotograaf.

Categorieën
Uncategorized

Lees meer verhalen over Den Dolder

Lees meer verhalen over Den Dolder

Wil je meer verhalen lezen van Mensen van Den Dolder? Kom dan snel terug.

Je kunt geen content van deze pagina downloaden